Het CPB en de zorg
Het CPB en de zorg
Het CPB stelde deze week dat mensen met een lager inkomen minder premie zouden hoeven te betalen als ze een kleiner zorgpakket – en dus minder zorg – krijgen. Mensen met hogere inkomens zouden niet meer bereid zijn mee te betalen aan een collectieve regeling.
Waarom belasting betalen voor goed onderwijs als je geen kinderen hebt? Waarom mensen op de Veluwe mee laten betalen voor de dijkverzwaring in Zeeland? Waarom betalen mensen zonder auto mee aan de aanleg van wegen? Waarom zorgpremie betalen als je toch niet ziek bent?
Het CPB-voorstel komt niet uit de lucht vallen, maar past helemaal in het tijdperk van een uitgeklede overheid, werken met een winstoogmerk waar we dat niet moeten hebben, concurrentie waar juist samenwerking het devies zou moeten zijn, tweedeling in de samenleving, en een publieke moraal van likmevestje.
Het is een feit dat lager opgeleiden ongezonder leven dan hoger opgeleiden. Het maakt ook nogal uit of je in een tochtige huurwoning of een riante villa woont. Of je op je knieën op straat werkt, of veilig achter een bureau zit. Of je geld hebt voor sport en goede voeding of dat je de eindjes aan elkaar moet knopen. Het maakt nogal uit of je als kind opgroeit in de stad, aan een drukke weg met weinig speelruimte of dat je het geluk hebt groot te worden aan de bosrand, met alle ruimte en frisse lucht.
De voorstellen van het CPB hebben niks te maken met het verlagen van de zorgkosten. Wie het basispakket verkleint, verplaatst enkel de rekening. Wat eerst verzekerd was, betaalt de patiënt nu zelf, als je dat tenminste kunt... en als je als chronisch zieke niet wordt geweigerd bij de zorgverzekeraar.
Het herinvoeren van klassenzorg is niet het antwoord op stijgende zorgkosten. De zorgkosten aanpakken wel. Schrap de marktwerking, het levert al zo twee miljard euro op. Neem de specialisten in loondienst, stop de verspilling, schrap managementlagen en stop het productiedraaien en najagen van winst. En wie wil dat lager opgeleiden minder gebruik maken van de zorg moet investeren in preventie, arbeidsomstandigheden verbeteren, de armoede verkleinen en het onderwijs naar een hoger plan trekken.
EMILE ROEMER