h

1 Mei toespraak

1 mei 2002

1 Mei toespraak

(uitgesproken door Gerrit Saarloos bij het graf van een onbekende landarbeider op de Rooms-Katholieke begraafplaats in Emmer-Compascuum ter gerlegenheid van de Rooie Monumentendag georganiseerd door het Oudereplatform in de SP.)

Bij veel ouderen heeft de crisistijd diepe sporen achtergelaten. Velen zijn van mening dat de massale werkloosheid en de bittere armoede de kiem hebben gelegd voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog.

Ik zelf ben als kind opgegroeid in een volksbuurt in Amsterdam. Boven ons woonden twee grote gezinnen die van het "steun" moesten zien rond te komen. Ik kan me nog herinneren dat de kinderen van de werklozen duidelijk herkenbaar waren aan hun kleding. Ze droegen broeken van het Steun, kousen van het Steun en klompen van het Steun, waarin de drie kruisjes van het Amsterdamse wapen waren gebrand. Als de vader van het gezin over een fiets beschikte kreeg hij een belastingplaatje met een gat erin. Met zo'n brandmerk, want dat was het, mocht hij op zondag niet fietsen. Hij mocht eens wat plezier in het leven kunnen krijgen.

Het zijn deze vernederingen en die bittere armoede die diepe wonden hebben geslagen. Mijn schoonvader vertelde met afgrijzen over de werkverschaffing. Met de blaren op zijn handen heeft hij met duizenden anderen in de Drentse hei staan spitten voor een hongerloontje. Zo zijn de Staatsbossen tot stand gekomen.

Iemand maakte mij attent op een grafsteen in Emmer-Compascuum, waarop al die doorgemaakte ellende in een poetische vorm is verwoord. Ik ben gaan kijken en werd gegrepen door de tekst. Toen de SP het idee van een rooie monumentendag lanceerde, dacht ik meteen aan deze grafsteen, die een onuitwisbare indruk bij mij heeft achtergelaten. Dit is niet het monument van een grote socialistische voorman, maar het gedenkteken van een onbekende arbeider, die alle ellende aan den lijve heeft ondervonden.

Met deze bloemlegging gedenken wij alle slachtoffers van de crisistijd, die aan de Grote Wereldbrand voorafging. Het is ook een waarschuwing, dat zoiets nooit meer mag gebeuren. Wij moeten blijven werken aan een maatschappij waarin menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit centraal staan.
Dat is nog steeds de boodschap van de eerste mei.

Tot slot lees ik de tekst van deze anonieme grafsteen:
Voor de rechter geen crisistijd, wel voor ons.
Voor de werklozen de werkverschaffing,
1938, toen land goedkoop klaarmaken voor overheid en boer
Wij kind'ren, smachtend naar voedsel, kleed'ren en liefde.
U en wij fysiek gekraakt, een leven lang,
Begraven, begraven in goedkope grond.
Toen aangemaakt met zweet, zweet van uw generatie.
Als slaven zwetend in bloed en tranen,
Meestens in barakken.

U bent hier